Forumindex › Forums › Modellen › Astra › Bandenspannings meting
- Dit onderwerp is leeg.
-
AuteurBerichten
-
12 januari 2010 om 18:04 #17216128
Hallo mensen,
Mijn Astra H heeft de bandenspannings optie in de BC.
Nu rijd ik op winterbanden….. met andere velgen…..
En heb ik geen bandenspanningsindicatie meer.Ik dacht dat de bandenspanning via een sensor op de schokbrekers werd gemeten.
Zit er dan toch een sensor in de velg??
Heb deze niet zien zitten nl toen ik in de zomer nieuwe banden heb laten monteren.Hoe word die meting verricht? En waar zit de sensor?
12 januari 2010 om 18:08 #17588936Zit een sensor in de velg, (aan het ventiel)
12 januari 2010 om 20:16 #17588937das zo’n sensor
12 januari 2010 om 20:17 #17588938Fijne ventielen…
Breken altijd kapot op het moment dat het niet uit komt.
Waardeloos onnauwkeurig rotsysteem….
Gelijk verwijderen en rubberen ventielen laten plaatsen mocht je er 1 kapot hebben.
Software is uitschakelbaar;)12 januari 2010 om 20:18 #17588939bluetooth ?:P
12 januari 2010 om 20:19 #17588940origineel gepost door Fearless
Fijne ventielen…
Breken altijd kapot op het moment dat het niet uit komt.
Waardeloos onnauwkeurig rotsysteem….
Gelijk verwijderen en rubberen ventielen laten plaatsen mocht je er 1 kapot hebben.
Software is uitschakelbaar;)bij mij is er idd ook al 1 gesneuveld met het oppompen:agent
verder is het best nauwkeurig:thumbup
12 januari 2010 om 20:19 #17588941Draadloos iig wel ja, hoop wel dat je de zomerwielen gemarkeerd hebt ??
Niet dat straks het ventiel LV op RA komt….dat geeft dan een storing12 januari 2010 om 20:20 #17588942origineel gepost door Fearless
Draadloos iig wel ja, hoop wel dat je de zomerwielen gemarkeerd hebt ??
Niet dat straks het ventiel LV op RA komt….dat geeft dan een storingis gewoon uitwisselbaar.
dacht dat het zelflerend was:thumbup12 januari 2010 om 20:23 #17588943Kijk dat zo dan wel een plus punt zijn.
Als dat zo is heb ik niets gezegd :D13 januari 2010 om 21:19 #17588944Hallo allemaal.
Voor de genen die willen weten hoe het zit met het bandenspanings gebeuren,
Lees hier onder ff verder en je weet alles.Gr Michel.
Bij de Astra-H worden twee verschillende systemen gebruikt voor het bewaken van de bandenspanning.
DDS
Het DDS is een functie van het ABS MK60 ESP en bepaalt door berekening het drukverlies in de band op basis van de gegevens van de wielsnelheidssensoren van het ABS. Tijdens het rijden wordt het toerental van alle wielen constant bewaakt. Bij drukverlies van een band wordt de buitendiameter kleiner en neemt het toerental van het wiel toe. Als het systeem zulk een toerentalverschil detecteert, dan brandt het rode controlelampje. Het DDS is een indirect metend systeem, aangezien het bij luchtverlies enkel een waarschuwing geeft, maar niet de plaats van de betrokken band/het betrokken wiel.
Het controlelampje gaat rood branden bij een drukverschil van ca. 30% tegenover de andere banden. Bij defect van het systeem brandt het gele controlelampje.
TPMS
Het bandenspanningscontrolesysteem (TPMS – Tyre Pressure Monitoring System) is een direct metend systeem, dat samen met het DDS werkt. 4 in de band ingebouwde druk- en warmtesensoren bewaken tijdens het rijden constant de vuldruk. De lucht-/vuldruk wordt via een radiosignaal direct naar de TPMS-controller (dat gelijktijdig een ontvanger is) gestuurd. In tegenstelling tot de Vectra-C werkt bij de Astra-H het TPMS enkel met een ontvanger (TPMS-controller). Alle ontvangen signalen (druk, warmte) worden eerst door de TPMS-controller geëvalueerd en via de Can-bus en de ABS-controller naar het instrumentenbord gestuurd.
De werkelijke bandenspanningen kunnen op het informatiedisplay afgelezen worden.
Als het systeem in een of meerdere banden een drukverschil detecteert, dan verschijnt een weergave op het informatiedisplay met de plaats van de defecte band. Er kunnen drukverschillen van minstens 0,1 bar weergegeven worden.
Voorwaarden voor de goede werking van het systeem is dat alle wielen met druksensoren zijn uitgerust, alle banden op de voorgeschreven bandenspanning gevuld zijn en het systeem geïnitialiseerd werd.
Het bandenspanningscontrolesysteem is klaar om te werken na inschakelen van de ontsteking en controleert continu de bandenspanning vanaf een snelheid van minstens 30 km/h.
1
Extra indicaties op het instrumentenbord
4
Bandenspanningssensor2
Informatiedisplay
5
Verlengstuk voor bandenspanningsventiel, op de binnenkant van het tankdeksel bevestigd3
Controller bandenspanningscontrolesysteemHet DDS werkt samen met het TPMS en dient ingeval van een defect van de afzonderlijke of alle bandenspanningssensoren als “Back-Up”-systeem (reservesysteem). Het DDS-systeem geeft aan dat de luchtdruk afwijkt of dat er een storing is in het systeem via een controlelampje in het instrumentenbord:
Het scherm wordt geel: “systeemstoring”
Het display wordt rood: “afwijkende luchtdruk”
Aanwijzing: Het reservewiel is niet met een bandenspanningssensor uitgerust.Op het informatiedisplay worden bij afwijkende luchtdruk door TPMS volgende meldingen en de gemeten waarden van de afzonderlijke banden getoond:
geringe luchtdrukafwijking: weergave “Bandenspanning achteraan links controleren”
aanzienlijke luchtdrukafwijking: weergave van “Let op! Bandenspanning daalt achteraan links”
Bij een defect van een of meerdere bandenspanningssensoren wordt de werking van het TPMS automatisch overgenomen door het DDS-systeem van het ABS. Het berekent de luchtdruk automatisch vanaf een rijsnelheid van ca. 30 km/h met behulp van de wielsnelheidssensoren.Voertuigen met bandenspanningscontrolesysteem zijn te herkennen aan de metalen schachten van de ventielen van de banden met aluminium ventielkappen, in plaats van de gebruikelijke rubber schachten met kunststof kappen.
In geval van een lekke band mogen geen vloeibare bandenreparatiesystemen worden gebruikt, omdat die de bandenspanningssensoren beschadigen.
Bandenspanningssensor
De bandenspanningssensor bevat een metalen ventiel om de band op te pompen. Een niet-vervangbare batterij voedt de bandenspanningssensoren met spanning.
DDS
• Onderhoud:
Na correctie van de bandenspanning, bij vervanging van een band of een wiel, het veranderen van de plaats van een band (bv. verwisseling van het wiel van voor naar achteren), moet het systeem opnieuw aangeleerd / geïnitialiseerd worden:DDS-knop gedurende 4 seconden indrukken (bij ingeschakelde ontsteking of draaiende motor), het controlelampje knippert 3 keer
Na een bepaalde afstand gereden te hebben is het systeem paraat, d.w.z. door verschillende rijprofielen worden verschillende snelheidsbereiken aangeleerd. Om alle snelheidsbereiken aan te leren, kan de duur max. 1 uur bedragen!
TPMS/DDS• Onderhoud:
Bij de vervanging van een band of een wiel, bij het vervangen van de bandenspanningssensoren, het veranderen van de plaats van de wielen (bv. verwisseling van het wiel van voor naar achteren), moet het systeem opnieuw aangeleerd / geïnitialiseerd worden:DDS-knop gedurende 4 seconden indrukken (bij ingeschakelde ontsteking of draaiende motor), het controlelampje knippert 3 keer
Het TPMS-systeem toont de gemeten luchtdruk op het informatiedisplay na ca. 2 minuten (snelheid min. 30 km/h).
Het DDS heeft een zekere afgelegde afstand nodig om aan te leren (zie boven).
Met behulp van het DDS gebeurt de toewijzing / positionering van de druksensoren / wielen.
Aanwijzing: Het systeem maakt enkel een onderscheid tussen de voor- en de achteras (na ca. 10 minuten rijden met een snelheid van minstens 30 km/h). Pas bij een drukverlies wordt ook tussen rechts en links een onderscheid gemaakt.• Onderhoud:
Ingeval een klant het TPMS uitprobeert (bv. door het rechterwiel harder op te pompen, kunnen op het display de weergegeven bandenspanningen aan de verkeerde kant van het voertuig toegewezen zijn (d.w.z. het display geeft aan dat de bandenspanning van het linkerwiel te hoog is). Pas bij het rijden wijst het eerder aangeleerde DDS het wiel en de sensor eenduidig toe en verschijnt de juiste informatie op het display.Bij klachten moet de toewijzing van de bandenspanningssensoren aan de TPMS-controller door de volgende aanleerprocedure ondubbelzinnig vastgesteld worden:
Variant 1:
Bandenspanning laten zakken tot op ca.1 bar en de band weer oppompen zoals verder beschreven.
Een voor een de banden tot op de volgende druk oppompen.
Vooraan links: 3,0 bar
Vooraan rechts: 2,7 bar
Achteraan rechts: 2,4 bar
Achteraan links: 2,1 bar
De bandenspanningsdruksensoren zijn nu actief.
OfVariant 2:
Met de auto kort met een snelheid van meer dan 30 km/uur rijden om de rolschakelaar te doen sluiten, d.w.z. activering van de druksensoren.
Oppompen van de banden:
Vooraan links: 3,0 bar
Vooraan rechts: 2,7 bar
Achteraan rechts: 2,4 bar
Achteraan links: 2,1 bar
Daarna bij beide procedures:DDS-knop gedurende 4 seconden indrukken (bij ingeschakelde ontsteking of draaiende motor).
Controlelampje brandt geel om te bevestigen dat de juiste drukinstelling gedetecteerd werd (moet daarvoor elke drukwaarde een keer ontvangen hebben, totale duur ca. 2 minuten).
Nog eens terugstellen (reset): DDS-knop gedurende 4 seconden indrukken (bij ingeschakelde ontsteking of rijdend voertuig), het controlelampje knippert 3 keer
Het systeem heeft nu de druksensoren ondubbelzinnig toegewezen en is standby (paraat).Aanwijzing: Beide procedures moeten binnen 15 minuten worden uitgevoerd!
De druk kan op het informatiedisplay afgelezen worden (in geval van een snelle drukdaling gebeurt het zenden in stilstand).
Bij beide varianten kan een defecte wielsensor herkend worden doordat er geen bijbehorende drukwaarde op het display verschijnt.
Voorbeeld: 2,7 bar verschijnt niet – de wielsensor vooraan rechts is defect.
Juiste bandenspanning weer tot stand brengen.
Aanwijzing: In geval van een defecte wielsensor tijdens het rijden verschijnen geen drukwaarden op het display.
Aanwijzing: Voor de bandenspanningscontrole moet bij auto’s met TPMS de adapter op het tankdeksel voor het aanbrengen van het vuldrukproeftoestel op het ventiel van de band worden aangebracht.
1
Aluminium ventielkap
3
Dichtingsring2
Metalen ventielschacht• Onderhoud:
De dichtingsringen van de ventielschachten en de ventielinzetstukken moeten bij elke bandenwissel worden vervangen. Bij het vastdraaien van de moer op de bandenspanningssensor moet het voorgeschreven aanhaalkoppel in elk geval in acht worden genomen om een beschadiging van de sensor te vermijden. Gegevens voor de bandenmontage zijn in de service-instructie, Astra-H, groep “E” te vinden.TPMS-controller
De elektronische controller vormt de interface met de elektrische en elektronische systemen. De gegevens van de wielen worden via radiofrequente signalen naar de controller gestuurd en daar verwerkt. De bestuurder wordt via het informatiedisplay over de huidige toestand geïnformeerd. De controller is met klem 15 en klem 31 alsook met de “Low-Speed CAN”-bus verbonden om met andere controllers te communiceren en om van het systeem een diagnose te kunnen maken.
Bij de radiografische overdracht (RF) wordt in tegenstelling tot de Vectra-C slechts een versie gebruikt:
TPMS met HF-verbinding van 433 MHz tussen ECU en sensoren.
Waarschuwing en alarmHet systeem gebruikt de standaardbandenspanning als referentie, waarbij de voorwielen en de achterwielen verschillende waarden kunnen vertonen.
Wanneer de bandenspanningen met minstens 0,1 bar verhoogd worden, neemt de controller bij de volgende inschakeling van de ontsteking de nieuwe waarden als standaardwaarden aan.
Er volgt een waarschuwingstekst:
Wanneer de gedetecteerde bandenspanning -0,3 bar is
Er volgt een alarmmelding wanneer:De gedetecteerde bandenspanning -0,6 bar is
De gedetecteerde bandenspanning met meer dan 0,3 bar/min daalt2 september 2010 om 09:57 #17588945origineel gepost door astra-gtcuden
Hallo allemaal.Voor de genen die willen weten hoe het zit met het bandenspanings gebeuren,
Lees hier onder ff verder en je weet alles.Gr Michel.
Bij de Astra-H worden twee verschillende systemen gebruikt voor het bewaken van de bandenspanning.
DDS
Het DDS is een functie van het ABS MK60 ESP en bepaalt door berekening het drukverlies in de band op basis van de gegevens van de wielsnelheidssensoren van het ABS. Tijdens het rijden wordt het toerental van alle wielen constant bewaakt. Bij drukverlies van een band wordt de buitendiameter kleiner en neemt het toerental van het wiel toe. Als het systeem zulk een toerentalverschil detecteert, dan brandt het rode controlelampje. Het DDS is een indirect metend systeem, aangezien het bij luchtverlies enkel een waarschuwing geeft, maar niet de plaats van de betrokken band/het betrokken wiel.
Het controlelampje gaat rood branden bij een drukverschil van ca. 30% tegenover de andere banden. Bij defect van het systeem brandt het gele controlelampje.
TPMS
Het bandenspanningscontrolesysteem (TPMS – Tyre Pressure Monitoring System) is een direct metend systeem, dat samen met het DDS werkt. 4 in de band ingebouwde druk- en warmtesensoren bewaken tijdens het rijden constant de vuldruk. De lucht-/vuldruk wordt via een radiosignaal direct naar de TPMS-controller (dat gelijktijdig een ontvanger is) gestuurd. In tegenstelling tot de Vectra-C werkt bij de Astra-H het TPMS enkel met een ontvanger (TPMS-controller). Alle ontvangen signalen (druk, warmte) worden eerst door de TPMS-controller geëvalueerd en via de Can-bus en de ABS-controller naar het instrumentenbord gestuurd.
De werkelijke bandenspanningen kunnen op het informatiedisplay afgelezen worden.
Als het systeem in een of meerdere banden een drukverschil detecteert, dan verschijnt een weergave op het informatiedisplay met de plaats van de defecte band. Er kunnen drukverschillen van minstens 0,1 bar weergegeven worden.
Voorwaarden voor de goede werking van het systeem is dat alle wielen met druksensoren zijn uitgerust, alle banden op de voorgeschreven bandenspanning gevuld zijn en het systeem geïnitialiseerd werd.
Het bandenspanningscontrolesysteem is klaar om te werken na inschakelen van de ontsteking en controleert continu de bandenspanning vanaf een snelheid van minstens 30 km/h.
1
Extra indicaties op het instrumentenbord
4
Bandenspanningssensor2
Informatiedisplay
5
Verlengstuk voor bandenspanningsventiel, op de binnenkant van het tankdeksel bevestigd3
Controller bandenspanningscontrolesysteemHet DDS werkt samen met het TPMS en dient ingeval van een defect van de afzonderlijke of alle bandenspanningssensoren als “Back-Up”-systeem (reservesysteem). Het DDS-systeem geeft aan dat de luchtdruk afwijkt of dat er een storing is in het systeem via een controlelampje in het instrumentenbord:
Het scherm wordt geel: “systeemstoring”
Het display wordt rood: “afwijkende luchtdruk”
Aanwijzing: Het reservewiel is niet met een bandenspanningssensor uitgerust.Op het informatiedisplay worden bij afwijkende luchtdruk door TPMS volgende meldingen en de gemeten waarden van de afzonderlijke banden getoond:
geringe luchtdrukafwijking: weergave “Bandenspanning achteraan links controleren”
aanzienlijke luchtdrukafwijking: weergave van “Let op! Bandenspanning daalt achteraan links”
Bij een defect van een of meerdere bandenspanningssensoren wordt de werking van het TPMS automatisch overgenomen door het DDS-systeem van het ABS. Het berekent de luchtdruk automatisch vanaf een rijsnelheid van ca. 30 km/h met behulp van de wielsnelheidssensoren.Voertuigen met bandenspanningscontrolesysteem zijn te herkennen aan de metalen schachten van de ventielen van de banden met aluminium ventielkappen, in plaats van de gebruikelijke rubber schachten met kunststof kappen.
In geval van een lekke band mogen geen vloeibare bandenreparatiesystemen worden gebruikt, omdat die de bandenspanningssensoren beschadigen.
Bandenspanningssensor
De bandenspanningssensor bevat een metalen ventiel om de band op te pompen. Een niet-vervangbare batterij voedt de bandenspanningssensoren met spanning.
DDS
• Onderhoud:
Na correctie van de bandenspanning, bij vervanging van een band of een wiel, het veranderen van de plaats van een band (bv. verwisseling van het wiel van voor naar achteren), moet het systeem opnieuw aangeleerd / geïnitialiseerd worden:DDS-knop gedurende 4 seconden indrukken (bij ingeschakelde ontsteking of draaiende motor), het controlelampje knippert 3 keer
Na een bepaalde afstand gereden te hebben is het systeem paraat, d.w.z. door verschillende rijprofielen worden verschillende snelheidsbereiken aangeleerd. Om alle snelheidsbereiken aan te leren, kan de duur max. 1 uur bedragen!
TPMS/DDS• Onderhoud:
Bij de vervanging van een band of een wiel, bij het vervangen van de bandenspanningssensoren, het veranderen van de plaats van de wielen (bv. verwisseling van het wiel van voor naar achteren), moet het systeem opnieuw aangeleerd / geïnitialiseerd worden:DDS-knop gedurende 4 seconden indrukken (bij ingeschakelde ontsteking of draaiende motor), het controlelampje knippert 3 keer
Het TPMS-systeem toont de gemeten luchtdruk op het informatiedisplay na ca. 2 minuten (snelheid min. 30 km/h).
Het DDS heeft een zekere afgelegde afstand nodig om aan te leren (zie boven).
Met behulp van het DDS gebeurt de toewijzing / positionering van de druksensoren / wielen.
Aanwijzing: Het systeem maakt enkel een onderscheid tussen de voor- en de achteras (na ca. 10 minuten rijden met een snelheid van minstens 30 km/h). Pas bij een drukverlies wordt ook tussen rechts en links een onderscheid gemaakt.• Onderhoud:
Ingeval een klant het TPMS uitprobeert (bv. door het rechterwiel harder op te pompen, kunnen op het display de weergegeven bandenspanningen aan de verkeerde kant van het voertuig toegewezen zijn (d.w.z. het display geeft aan dat de bandenspanning van het linkerwiel te hoog is). Pas bij het rijden wijst het eerder aangeleerde DDS het wiel en de sensor eenduidig toe en verschijnt de juiste informatie op het display.Bij klachten moet de toewijzing van de bandenspanningssensoren aan de TPMS-controller door de volgende aanleerprocedure ondubbelzinnig vastgesteld worden:
Variant 1:
Bandenspanning laten zakken tot op ca.1 bar en de band weer oppompen zoals verder beschreven.
Een voor een de banden tot op de volgende druk oppompen.
Vooraan links: 3,0 bar
Vooraan rechts: 2,7 bar
Achteraan rechts: 2,4 bar
Achteraan links: 2,1 bar
De bandenspanningsdruksensoren zijn nu actief.
OfVariant 2:
Met de auto kort met een snelheid van meer dan 30 km/uur rijden om de rolschakelaar te doen sluiten, d.w.z. activering van de druksensoren.
Oppompen van de banden:
Vooraan links: 3,0 bar
Vooraan rechts: 2,7 bar
Achteraan rechts: 2,4 bar
Achteraan links: 2,1 bar
Daarna bij beide procedures:DDS-knop gedurende 4 seconden indrukken (bij ingeschakelde ontsteking of draaiende motor).
Controlelampje brandt geel om te bevestigen dat de juiste drukinstelling gedetecteerd werd (moet daarvoor elke drukwaarde een keer ontvangen hebben, totale duur ca. 2 minuten).
Nog eens terugstellen (reset): DDS-knop gedurende 4 seconden indrukken (bij ingeschakelde ontsteking of rijdend voertuig), het controlelampje knippert 3 keer
Het systeem heeft nu de druksensoren ondubbelzinnig toegewezen en is standby (paraat).Aanwijzing: Beide procedures moeten binnen 15 minuten worden uitgevoerd!
De druk kan op het informatiedisplay afgelezen worden (in geval van een snelle drukdaling gebeurt het zenden in stilstand).
Bij beide varianten kan een defecte wielsensor herkend worden doordat er geen bijbehorende drukwaarde op het display verschijnt.
Voorbeeld: 2,7 bar verschijnt niet – de wielsensor vooraan rechts is defect.
Juiste bandenspanning weer tot stand brengen.
Aanwijzing: In geval van een defecte wielsensor tijdens het rijden verschijnen geen drukwaarden op het display.
Aanwijzing: Voor de bandenspanningscontrole moet bij auto’s met TPMS de adapter op het tankdeksel voor het aanbrengen van het vuldrukproeftoestel op het ventiel van de band worden aangebracht.
1
Aluminium ventielkap
3
Dichtingsring2
Metalen ventielschacht• Onderhoud:
De dichtingsringen van de ventielschachten en de ventielinzetstukken moeten bij elke bandenwissel worden vervangen. Bij het vastdraaien van de moer op de bandenspanningssensor moet het voorgeschreven aanhaalkoppel in elk geval in acht worden genomen om een beschadiging van de sensor te vermijden. Gegevens voor de bandenmontage zijn in de service-instructie, Astra-H, groep “E” te vinden.TPMS-controller
De elektronische controller vormt de interface met de elektrische en elektronische systemen. De gegevens van de wielen worden via radiofrequente signalen naar de controller gestuurd en daar verwerkt. De bestuurder wordt via het informatiedisplay over de huidige toestand geïnformeerd. De controller is met klem 15 en klem 31 alsook met de “Low-Speed CAN”-bus verbonden om met andere controllers te communiceren en om van het systeem een diagnose te kunnen maken.
Bij de radiografische overdracht (RF) wordt in tegenstelling tot de Vectra-C slechts een versie gebruikt:
TPMS met HF-verbinding van 433 MHz tussen ECU en sensoren.
Waarschuwing en alarmHet systeem gebruikt de standaardbandenspanning als referentie, waarbij de voorwielen en de achterwielen verschillende waarden kunnen vertonen.
Wanneer de bandenspanningen met minstens 0,1 bar verhoogd worden, neemt de controller bij de volgende inschakeling van de ontsteking de nieuwe waarden als standaardwaarden aan.
Er volgt een waarschuwingstekst:
Wanneer de gedetecteerde bandenspanning -0,3 bar is
Er volgt een alarmmelding wanneer:De gedetecteerde bandenspanning -0,6 bar is
De gedetecteerde bandenspanning met meer dan 0,3 bar/min daaltBij het onderhoud van DDS staat dat je de knop DDS moet inhouden. Waar zit die knop bij een opel signum 3.2 bouwjaar 2003.
Hier is een foto van het dash.19 maart 2012 om 18:30 #17588946@Fearless wrote:
Fijne ventielen…
Breken altijd kapot op het moment dat het niet uit komt.
Waardeloos onnauwkeurig rotsysteem….
Gelijk verwijderen en rubberen ventielen laten plaatsen mocht je er 1 kapot hebben.
Software is uitschakelbaar;)hoe kan je die uit zeten dan wat ik heb een gts met standaart velgen waas die in zit maar straks de zomer set er onder daar zitten ze niet in
dan nog je hebt 2 type s aa ac
16 mei 2014 om 10:37 #17588947Hallo,
Wie kan mijn vertellen waar die DDS knop zit???
16 mei 2014 om 12:16 #17588948@ronnie opel boy wrote:
@Fearless wrote:
Fijne ventielen…
Breken altijd kapot op het moment dat het niet uit komt.
Waardeloos onnauwkeurig rotsysteem….
Gelijk verwijderen en rubberen ventielen laten plaatsen mocht je er 1 kapot hebben.
Software is uitschakelbaar;)hoe kan je die uit zeten dan wat ik heb een gts met standaart velgen waas die in zit maar straks de zomer set er onder daar zitten ze niet in
dan nog je hebt 2 type s aa ac
kun je uitzetten met de opcom.
ik heb hie rnog 2 van die sensoren liggen voor in de banden, ik heb ze er onlangs uitgehaald toen ik er nieuwe banden om heen liet leggen, volgens mij is het zo dat er een klein batterijtje in zit en als die leeg is kun je er niks meer mee ?
bij mij zat het enkel in de banden, de wagen zelf had er gene mudule inzitten dus had het geen nut bij mij.
-
AuteurBerichten
- Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.